Het altaar bij de shoppingmall

Ik ben in Jakarta. De stad waar je met elke hap adem een laag fijnstof tegen je gehemelte aan metselt. Waar het zo warm is dat je elke ochtend een schietgebedje doet waarin je vraagt om meer wolken die de brandende zon tegenhouden.
Ik word min of meer verhoord. Er is in zes dagen Jakarta nauwelijks zon te zien. Dat komt alleen niet door de wolken: een dikke laag egale mist hangt boven de stad. Een sloot grijze verf die verdunt met water de hemel bedekt. Smog. Waardoor er geen strookje blauwe lucht te zien is. En geen zon. Meer dan 13 miljoen motorfietsen, 4,4 miljoen auto’s, bussen, vrachtwagens en angkotjes die dagelijks in urenlange files vaststaan in deze dampend hete stad. “Jakarta is de meest vervuilde stad ter wereld”, kopte CNN nog in 2023. Ik geloof niet dat er sindsdien veel is verbeterd.
Zodra de zon wel doorbreekt duik ik de schaduw in. Of taxi of shoppingmall, zolang er maar AC is; airconditioning als primaire levensbehoefte. In het Chinese businessdistrict in Jakarta-Noord vlucht ik de shoppingmall in, op weg naar een toko met zalige ramen noodles. Voorbij de eerste foodcourt met hemelse gerechten en pittige prijzen stuit ik op een indoor sneeuwparadijs voor kinderen. Uitsluitend westers geklede Indonesiërs zijn er aan het shoppen. Lightskinned people with straight black hair and money. Heel, veel money. De religie van de bankbiljetten. Omdat ik de moneysphere op de terugweg wil vermijden slalom ik buiten tussen de geparkeerde SUV’s terug naar mijn appartement. En stuit op iets wat enigszins verdrongen aanvoelt; een altaar. Voor een andere godheid.
Op een restje schaarse parkeergrond zit de boeddha op een sokkel. Het beeld is brandend geelgoud gekleurd en ik moet hard werken om de overweldigende ruis te blokken: twee massieve pilaren, een verhoogd podium met glazen ruiten, achter hem een sushi-eethuisje met het menu wapperend op reclamebanners. Staal, beton, rvs. Je zou de heilige bijna missen. Zelf heeft hij ook nogal wat attributen in zijn vier handen: de rua-scepter, de levensstaf, een mala-ketting, een dharma chakra. Op deze ene vierkante meter van de twee hectare tellende shoppingmall zijn alle symbolen van een hogere orde compact en efficiënt verzameld.
Airco’s blazen, en warme winden van uitlaatgassen stromen langs mijn benen. Voor de boeddha branden wierook en kaarsen. Het bewijs van menselijke interactie. Al is het maar van de mensen die hun hybride toyota’s en bmw’s toevallig naast hem parkeren.